Het jaarverslag 2020 is uitgebracht
Vier meldingen late zwangerschapsafbreking, geen melding levensbeëindiging bij een pasgeborene in 2020
18 maart 2022
De Beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (hierna: de commissie) heeft in 2020 vier meldingen van een late zwangerschapsafbreking ontvangen en beoordeeld. Er waren geen meldingen van een levensbeëindiging bij een pasgeborene. Van de vier meldingen van late zwangerschapsafbreking viel er één in categorie 1, twee in categorie 2 en met betrekking tot één melding heeft de commissie zich onbevoegd geacht te oordelen omdat het een melding betrof van een late zwangerschapsafbreking op grond van maternale indicatie. In de drie andere gevallen is de commissie tot het oordeel gekomen dat de betrokken artsen hebben gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen. Dat staat in het gepubliceerde jaarverslag 2020.
De commissie toetst de ontvangen meldingen conform de Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging pasgeborenen die sinds februari 2016 in werking is getreden (hierna: de Regeling).
In het jaarverslag licht de commissie de Regeling, haar visie en de ontvangen meldingen toe. In dit jaarverslag geeft de commissie onder andere ook haar visie op de beleidsreactie ‘Medische beslissingen rond het levenseinde van kinderen 1-12 jaar’ en geeft zij een update over de aanpassing van het Reglement van de beoordelingscommissie.
Als u het jaarverslag 2020 graag in papieren editie wilt ontvangen, kunt u een mail sturen naar lzalp@toetscie.nl.