LZA1-2019-001

Feiten en omstandigheden

Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van trisomie 13. Bij trisomie 13 heeft iedere cel drie in plaats van 2 chromosomen 13. De prognose is infaust. Het is een ernstige chromosale afwijking waarbij het kind meestal hersen-, hart- en nierafwijkingen heeft. Daarnaast zijn er vaak aangezichtsafwijkingen, een schisis en is er altijd een ernstige verstandelijke beperking. Ook zijn er vaak meer dan tien vingers of tenen (polydactylie). De meeste kinderen overlijden tijdens de zwangerschap (intra-uterien). Indien een kind levend geboren wordt overleeft ongeveer 10% het eerste levensjaar. Er waren geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.

Lijden bij de vrouw
De vrouw had direct na de ontdekking van de zwangerschap aangegeven – al voordat zij bekend was met de diagnose en prognose bij het kind – dat er sprake was van een voltooid gezin. Indien zij eerder bekend was geweest met de zwangerschap had zij gekozen voor abortus. De vrouw en haar partner zijn op de hoogte gesteld van de diagnose en de prognose. Ook is het uitdragen van de zwangerschap met de vrouw besproken. De vrouw kon het psychisch niet aan om de zwangerschap uit te dragen. Gezien de infauste prognose verzochten de vrouw en haar partner bij een zwangerschapsduur van 24 weken en 3 dagen mondeling om afbreking van de zwangerschap.

Bespreking binnen eigen behandelteam
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na een ad hoc ingelast multidisciplinair teamoverleg. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de moeder tot beëindiging van de zwangerschap.

Uitvoering
Bij een zwangerschapsduur van 26 weken en vijf dagen, kreeg het kind eerst fentanyl toegediend waarna een foeticide werd verricht. Vervolgens werd de bevalling ingeleid door toediening van
mifepriston en misoprostol. De volgende dag kwam het kind levenloos ter wereld.

Overwegingen

Categorie 1
Er was sprake van trisomie 13. De commissie komt daarom tot de conclusie dat er sprake is van een late zwangerschapsafbreking categorie 1.

Verzoek van de vrouw
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner mondeling hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. De commissie is van oordeel dat de vrouw en haar partner zorgvuldig en weloverwogen tot hun verzoek zijn gekomen.

Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht.  De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was.

Raadpleging eigen behandelteam
De commissie concludeert dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap in het multidisciplinair overleg is besproken en beoordeeld. Dit is schriftelijk vastgelegd. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de vrouw tot beëindiging van de zwangerschap.

Medisch zorgvuldige uitvoering
De commissie overweegt dat de beslissing tot het toepassen van foeticide zorgvuldig en weloverwogen is genomen en dat de uitvoering ervan zorgvuldig is geweest.

Oordeel

De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.