LZA1-2020-001
Feiten en omstandigheden
Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van anencefalie. De prognose is infaust. Er zijn geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
Lijden bij de vrouw
Het psychisch lijden bij de vrouw bestond uit de wetenschap dat bij deze infauste prognose het kind kort na de geboorte zou komen te overlijden. De vrouw wenste de zwangerschap bij deze prognose niet te continueren, niet voor het kind maar ook niet voor haarzelf en haar gezin.
Voorlichting en alternatieven
De vrouw en haar partner zijn op de hoogte gesteld van de diagnose en de prognose. Ook is het uitdragen van de zwangerschap met de vrouw besproken. De vrouw wenste de zwangerschap niet uit te dragen. De vrouw en haar partner uitten een herhaald, mondeling verzoek om afbreking van de zwangerschap. Het eerste verzoek werd direct geuit na het horen van de vermoedelijke diagnose.
Bespreking binnen eigen behandelteam
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na multidisciplinair teamoverleg. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de vrouw tot beëindiging van de zwangerschap.
Uitvoering
Foeticide werd besproken maar de vrouw en haar partner wensten daar geen gebruik van te maken. Bij een zwangerschapsduur van 24+3 weken werd de bevalling ingeleid door het toedienen van misoprostol. Dezelfde dag kwam het kind levend ter wereld waarna het korte tijd later overleed.
Overwegingen
Categorie 1
Er was sprake van anencefalie. De commissie komt tot de conclusie dat er sprake is van een late zwangerschapsafbreking categorie 1.
Verzoek van de vrouw
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner mondeling hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. Dit verzoek hebben zij herhaald. De commissie is van oordeel dat de vrouw en haar partner zorgvuldig en weloverwogen tot hun verzoek zijn gekomen.
Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht van de diagnose en prognose. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen redelijke andere oplossing was.
Raadpleging eigen behandelteam
De commissie concludeert dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap in het multidisciplinair overleg is besproken en beoordeeld. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de vrouw tot beëindiging van de zwangerschap.
Medisch zorgvuldige uitvoering
De afbreking van de zwangerschap bestond uit het inleiden van de bevalling bij de vrouw bij een zwangerschapsduur van 24+3 weken door middel van toediening van misoprostol. Dezelfde dag is het kind levend geboren en na korte tijd overleden.
De commissie is van oordeel dat de late zwangerschapsafbreking lege artis en medisch zorgvuldig is uitgevoerd.
Oordeel
De Commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.