LZA1-2021-001
Feiten en omstandigheden
Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van anencefalie. De prognose is infaust. Er zijn geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
Lijden bij de vrouw
De vrouw en haar partner waren aangeslagen toen ze hoorden dat het kind een ernstige, niet met het leven verenigbare aandoening had.
Naarmate de zwangerschap vorderde kreeg de vrouw steeds meer last van zwangerschapsklachten met name ten gevolge van een toenemende hoeveelheid vruchtwater door foetale slikstoornissen. Ook werd de zwangerschap zichtbaarder, waardoor zij steeds meer felicitaties ontving en vragen kreeg. Dat was in toenemende mate verdrietig omdat het kind hoe dan ook zou komen te overlijden.
Voorlichting en alternatieven
De arts heeft met de vrouw en haar partner besproken dat zij de zwangerschap konden uitdragen, afbreken vóór 24+0 weken of afbreken na 24+0 weken.
Het eerste verzoek om afbreking van de zwangerschap werd door de vrouw en haar partner geuit bij een zwangerschapsduur van 21+2 weken. Zij wilden de zwangerschap echter niet afbreken vóór 24 weken, maar ook niet uitdragen gelet op een eerdere traumatisch ervaren baring. Zij wilden de zwangerschap rond de 28 weken afbreken, omdat het kind dan pas levensvatbaar zou zijn en op natuurlijke wijze zou overlijden. De vrouw en haar partner voelden zich dan minder schuldig aan de dood van hun kind. De vrouw en haar partner uitten een herhaald, mondeling verzoek om afbreking van de zwangerschap en bleven bij hun beslissing om daarmee te willen wachten tot rond de 28 weken.
De arts heeft de vrouw en haar partner voorgelicht over het juridische traject van een late zwangerschapsafbreking.
Bespreking binnen eigen behandelteam
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na multidisciplinair teamoverleg. Er bestond consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de vrouw tot beëindiging van de zwangerschap.
Uitvoering
De vrouw en haar partner wensten geen foeticide. Bij een zwangerschapsduur van 28+6 weken werd de bevalling ingeleid door het toedienen van misoprostol, na voorbehandeling met mifepriston. Een dag later kwam het kind levenloos ter wereld.
Overwegingen
Categorie 1
Er was sprake van anencefalie. De commissie komt tot de conclusie dat er sprake is van een late zwangerschapsafbreking categorie 1.
Verzoek van de vrouw
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner mondeling hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. De commissie is van oordeel dat de vrouw en haar partner zorgvuldig en weloverwogen tot hun verzoek zijn gekomen.
Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht van de diagnose en prognose. De arts heeft de vrouw voorgelicht over het te volgen traject. De arts heeft de drie mogelijkheden aan de vrouw voorgelegd, te weten: het uitdragen van de zwangerschap, het afbreken van de zwangerschap vóór 24+0 weken, of bij een zwangerschapsduur na 24+0 weken. De vrouw en haar partner wilden de zwangerschap om voor hen zwaarwegende redenen afbreken bij een zwangerschapsduur van ongeveer 28 weken zonder voorafgaande foeticide. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was voor de situatie waarin het kind zich bevond.
Raadpleging eigen behandelteam
De commissie concludeert dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap in het multidisciplinair overleg is besproken en beoordeeld. Dit is schriftelijk vastgelegd. Er bestond consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de vrouw tot beëindiging van de zwangerschap.
Medisch zorgvuldige uitvoering
De afbreking van de zwangerschap bestond uit het inleiden van de bevalling bij de vrouw bij een zwangerschapsduur van 28+6 weken door middel van toediening van misoprostol. Een dag later is het kind levenloos ter wereld gekomen.
De commissie is van oordeel dat de late zwangerschapsafbreking lege artis en medisch zorgvuldig is uitgevoerd.
Oordeel
De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.