LZA1-2023-006

Feiten en omstandigheden

Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat bij het kind sprake was van een SCEH (short chain enoyl-Co hydratase) deficiëntie met een progressieve aanlegstoornis in het brein, een ernstige achterstand in gyratiepatroon (lissencefalie), polymicrogyrie, (germinolytische) cystevorming op basis van een homozygote pathogene variant in gen ECHS1. De prognose was infaust.

Er waren geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.


Lijden bij de vrouw
De vrouw en haar partner waren in psychische nood en gaven aan de zwangerschap af te willen breken vanwege het te verwachten zinloze lijden van hun kind.   


Voorlichting en alternatieven
De vrouw en haar partner zijn op de hoogte gesteld van de diagnose en de prognose. Ook is het uitdragen van de zwangerschap met de vrouw besproken. Gezien de infauste prognose verzochten de vrouw en haar partner zowel mondeling als schriftelijk om afbreking van de zwangerschap.
 

Bespreking binnen eigen behandelteam
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na multidisciplinair teamoverleg. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de moeder tot beëindiging van de zwangerschap.

Uitvoering
Bij een zwangerschapsduur van 32+5 weken is foeticide verricht middels 50 mg fentanyl en 10cc 7,5% KCL. De vrouw kreeg Mifepriston en Misoprostol toegediend. Twee dagen later kwam het kind levenloos ter wereld.

Overwegingen van de commissie

Categorie 1
Er was gezien de ernstige afwijkingen sprake van een infauste prognose. De commissie komt tot de conclusie dat er sprake is van een late zwangerschapsafbreking categorie 1.
 

Verzoek van de vrouw
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner zowel mondeling als schriftelijk hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. De commissie is van oordeel dat de vrouw en haar partner zorgvuldig en weloverwogen tot hun verzoek zijn gekomen. De commissie merkt op dat het geen voorwaarde is dat een verzoek tot zwangerschapsafbreking door de ouders schriftelijk wordt gedaan.
 

Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was.

Raadpleging eigen behandelteam
De commissie concludeert dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap in het multidisciplinair overleg is besproken en beoordeeld. Dit is schriftelijk vastgelegd. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de moeder tot beëindiging van de zwangerschap.

Medisch zorgvuldige uitvoering
De commissie is van mening dat de late zwangerschapsafbreking lege artis en medisch zorgvuldig is uitgevoerd.

Oordeel

De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.