LZA2-2017-002

Feiten en omstandigheden

Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van ernstige microcefalie. Het kind had ernstige hersenschade op basis van een foetale ZIKA virus infectie. De prognose was zeer somber. Volgens de arts zou bij dit kind na de geboorte geen behandeling worden gestart vanwege de zinloosheid van het medisch handelen. De te verwachten postnatale levensduur was volgens de arts afhankelijk van de situatie.

Bij een vroegtijdige geboorte en als het kind in leven zou blijven, was de levensverwachting hooguit enkele dagen. Het kind zou na de geboorte niet zelfstandig kunnen drinken en afhankelijk zijn van sondevoeding. Gezien de situatie zou sondevoeding niet worden gestart waardoor het kind binnen enkele dagen zou komen te overlijden.

Bij geboorte op de uitgerekende datum, zou de hersenschade niet direct letaal zijn. Ook in deze situatie was het reëel dat het kind niet zelfstandig zou kunnen drinken, geen sondevoeding gestart zou worden en zou komen te overlijden. Verder was het een reëel scenario dat het kind ernstige convulsies zou ontwikkelen met onbehandelbare apneus met overlijden tot gevolg. Indien het kind na de geboorte zelfstandig zou kunnen drinken dan zou het kind enkele jaren in leven kunnen blijven, maar uiteindelijk komen te overlijden bijvoorbeeld ten gevolge van een aspiratiepneumonie.

De prognose bestond uit een zeer ernstige psychomotore retardatie, een zeer ernstige verstandelijke beperking, ernstige visusstoornissen en een zeer ernstige cerebrale parese met ernstige epilepsie. Het kind zou niet of beperkt kunnen communiceren, niet zelfredzaam zijn en mogelijk ademhalingsproblemen en voedings- en slikstoornissen ontwikkelen. Er waren geen behandelmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.

Lijden bij kind en vrouw
Het lijden dat bij het kind was voorzien bestond uit moeilijk te behandelen neurologische complicaties die zouden kunnen ontstaan, zoals respiratoire problemen en voeding- en slikstoornissen.

Het psychisch lijden bij de vrouw en haar partner betond uit de wetenschap dat hun kind na de geboorte mogelijk zou kunnen overleven en ernstig meervoudig gehandicapt zou zijn. Dit vonden zij geen menswaardig bestaan voor hun kind.

De vrouw en haar partner zijn door de arts op de hoogte gesteld van de diagnose en de prognose. Het uitdragen van de zwangerschap is besproken maar dat was geen optie: zij verzochten om beëindiging van de zwangerschap. Ook zijn zij voorgelicht over de wijze van levensbeëindiging door middel van foeticide. Gezien de zeer sombere prognose verzochten de vrouw en haar partner bij een zwangerschapsduur van 31 weken mondeling om beëindiging van de zwangerschap.

Bespreking binnen eigen behandelteam en second opinion
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na multidisciplinair teamoverleg. Ook is er een second opinion gevraagd in een medisch centrum buiten de eigen regio. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van de moeder tot beëindiging van de zwangerschap.

Uitvoering
Bij een zwangerschapsduur van 32 weken werd foeticide toegepast door middel van een intracardiale injectie KCl waarna het kind overleed. De bevalling werd ingeleid door toediening van mifegyne en misoprostol. De volgende dag kwam de baby levenloos ter wereld. Uitwendige schouwing en een postmortale MRI hebben de antenatale bevindingen bevestigd.

Overwegingen

Categorie 2
De Commissie overweegt dat de gestelde diagnose en prognose van zodanige aard is dat een medische behandeling na de geboorte zinloos wordt geacht. Er bestaat geen redelijke twijfel over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose.

Actueel of te voorzien uitzichtloos lijden bij ongeborene
Op basis van de door de arts gegeven informatie oordeelt de Commissie dat er sprake was van te voorzien uitzichtloos lijden bij het kind bestaande uit een zeer ernstige psychomotorische retardatie, een zeer ernstige verstandelijke beperking, ernstige visusstoornissen en een zeer ernstige cerebrale parese met ernstige epilepsie. Het kind zou niet of over beperkte communicatiemogelijkheden beschikken, niet zelfredzaam zijn en mogelijk respiratoire problemen en voedings- en slikstoornissen ontwikkelen. Er waren geen behandelingsmogelijkheden – antenataal noch postnataal – om de prognose te kunnen verbeteren. Al deze beperkingen zouden leiden tot een sterk verminderde levensverwachting. Postnatale zorg zou geen wezenlijk ander perspectief bieden.

De Commissie is van oordeel dat de combinatie van te verwachten aandoeningen, en het te voorziene ernstige gebrek aan ontwikkeling en levensperspectief voor het kind op de lange termijn in deze casus als overweging meegenomen kan worden in het voorzienbare uitzichtloze lijden.

Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De Commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht en uitgebreid zijn voorgelicht, ook over het alternatief van het uitdragen van de zwangerschap. Dit blijkt uit de verslaglegging van de arts. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was.

Uitdrukkelijk verzoek moeder om beëindiging van de zwangerschap
De Commissie heeft kennis genomen van het mondelinge verzoek van de vrouw en haar partner tot beëindiging van de zwangerschap wegens psychisch lijden. Uit de verslaglegging blijkt dat het verzoek van de vrouw en haar partner vrijwillig en consistent was en het besluit tot afbreking van de zwangerschap weloverwogen is genomen.

Raadpleging ten minste één onafhankelijke arts
De Commissie overweegt dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap driemaal is besproken in een multidisciplinair overlegteam. Twee keer in het eigen medisch centrum en één keer buiten de eigen regio in het kader van een second opinion. Dit is schriftelijk vastgelegd. Alle deelnemers van de multidisciplinaire overlegteams waren unaniem van oordeel dat er geen twijfel bestond over de diagnose en de daarbij te verwachten zeer sombere prognose.

Medisch zorgvuldige uitvoering
De Commissie overweegt dat de beslissing tot het toepassen van foeticide zorgvuldig en weloverwogen is genomen en dat de uitvoering ervan zorgvuldig is geweest.

Oordeel

De Commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.