LZA2-2020-001
Feiten en omstandigheden
Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van een ernstige bilaterale post-ischemische encefalomalacie. Dit was ontstaan na een intra-uteriene vruchtdood bij de monochoriale diamniotische co-twin. De prognose was zeer somber. Bij het kind zou sprake zijn van een spastische tetraplegie en moeilijk behandelbare epilepsie. Ook werden op termijn slikstoornissen en risico op aspiratie verwacht. Het was niet te verwachten dat het kind zich cognitief zou ontwikkelen en ook een mogelijkheid tot communicatie was niet te verwachten. Het kind zou niet zelfredzaam kunnen zijn. Er waren geen behandelmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
Lijden bij kind en vrouw
Het lijden dat bij het kind was voorzien bestond uit ernstige epilepsie die onmogelijk afdoende te behandelen zou zijn. Tetraplegie is een onbehandelbare aandoening bij onvoldoende c.q. afwezige cognitieve vermogens. Het kind zou volledig afhankelijk zijn van het medische circuit. Er was sprake van psychisch lijden bij de vrouw en haar partner dat bestond uit de wetenschap dat zij de verantwoordelijkheid zouden krijgen voor een ernstig gehandicapt kind. Die verantwoordelijkheid was ondraaglijk voor de vrouw. Dit zou grote impact hebben op haar gezin. Zij wilde het kind een onleefbaar leven besparen. De vrouw en haar partner werden begeleid door maatschappelijk werk.
Bespreking binnen eigen behandelteam en second opinion
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na een multidisciplinair teamoverleg. Ook is er een second opinion gevraagd in een medisch centrum buiten de eigen regio. Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose.
Uitvoering
Voorafgaand aan de bevalling werd geen foeticide verricht op uitdrukkelijk verzoek van de vrouw en haar partner. De bevalling werd ingeleid door toediening van sulproston. De inductie van de baring werd gestart bij een zwangerschapsduur van 29+3 weken. Dezelfde dag kwamen beide kinderen ter wereld. De co-twin was intra-uterien al overleden. Het kind kwam in slechte conditie levend ter wereld, waarna het korte tijd later overleed.
Overwegingen
Categorie 2
De commissie overweegt dat de gestelde diagnose en prognose van zodanige aard is dat een medische behandeling na de geboorte zinloos wordt geacht. Er bestaat geen redelijke twijfel over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose.
Actueel of te voorzien uitzichtloos lijden bij ongeborene
Op basis van de door de arts gegeven informatie oordeelt de commissie dat er sprake was van te voorzien uitzichtloos lijden bij het kind bestaande uit ernstig discomfort door een moeilijk behandelbare epilepsie en pijn ten gevolge van bewegingsbeperking en contractuurvorming bij de spasticiteit. Er zou een groot risico zijn op levensbedreigende complicaties door aspiratie bij slikstoornissen gepaard gaande met benauwdheid. Het kind zou volledig afhankelijk zijn van het medische circuit. Er waren geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht en uitgebreid zijn voorgelicht. Ook het alternatief van het uitdragen van de zwangerschap is besproken. Dit blijkt uit de verslaglegging van de arts. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was.
Uitdrukkelijk verzoek moeder om beëindiging van de zwangerschap
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner mondeling hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. Uit de verslaglegging blijkt dat het verzoek van de vrouw en haar partner vrijwillig en consistent was en het besluit tot afbreking van de zwangerschap weloverwogen is genomen.
Raadpleging ten minste één onafhankelijke arts
De commissie overweegt dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap tweemaal is besproken in een multidisciplinair overlegteam. Eenmaal in het eigen medisch centrum en eenmaal buiten de eigen regio in het kader van een second opinion. Dit is schriftelijk vastgelegd. De deelnemers van de multidisciplinaire overlegteams stemden onafhankelijk van elkaar en unaniem in met het oordeel dat er geen twijfel bestond over het klinisch beeld en de daarbij te verwachten zeer sombere prognose. Er was consensus over het honoreren van het verzoek.
Medisch zorgvuldige uitvoering
De commissie overweegt dat de uitvoering van de late zwangerschapsafbreking zorgvuldig is uitgevoerd.
Oordeel
De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.