LZA2-2022-001

Feiten en omstandigheden

Diagnose en prognose
Beeldvormend onderzoek wees uit dat bij het kind sprake was van meerdere ernstige congenitale afwijkingen, hetgeen bleek te berusten op een op basis van een middels seroconversie bij de moeder en positieve PCR in vruchtwater aangetoonde primo infectie met cytomegalievirus (CMV). Het kind had een microcefalie met achtergebleven gyrering van de grote hersenen en intracerebrale calcificaties, alsmede een verwijd ventrikelsysteem en hypoplasie van het cerebellum. Tevens was er cardiomegalie en een hepatomegalie met calcificaties.

De prognose was zeer somber. Er was sprake van een zeer ernstige aandoening met een beperkte te verwachten levensduur en geen kans op genezing. Als gevolg van de ernstige cerebrale schade waren zeer ernstige cognitieve en motorische beperkingen te verwachten met zeer beperkte tot afwezige mogelijkheid tot communicatie en zelfredzaamheid. Naar verwachting zou bij overleven sprake zijn van lijden mede ten gevolge van de epilepsie en de te verwachten slikproblemen en een continue noodzaak tot en afhankelijkheid van medisch handelen. Gelet op de cardiale en intra-abdominale (in de buikholte) afwijkingen bestond een grote kans op ernstige anemie waardoor multi-orgaanfalen. Er waren geen behandelmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
 

Lijden bij kind en vrouw
Het lijden dat bij het kind was voorzien bestond uit het ondergaan van continu noodzakelijke, medische behandelingen van te verwachten complicaties en infecties. Het kind zou volledig afhankelijk zijn van het medisch circuit en zou niet zelfredzaam kunnen worden.

Er was sprake van psychisch lijden bij de vrouw en haar partner dat bestond uit de wetenschap dat hun kind zou lijden. Een kind met beperkingen zou zwaar en psychisch niet draagbaar zijn voor de vrouw en haar partner. Zij wilden geen lijdensweg voor het kind maar wilden ook de bestaande balans in hun gezin niet verstoren.  

De vrouw en haar partner zijn op de hoogte gesteld van de diagnose en de prognose. Ook is het uitdragen van de zwangerschap inclusief alternatief besproken. Dit was voor de vrouw en haar partner geen optie. De vrouw en haar partner verzochten de arts herhaaldelijk om een zwangerschapsafbreking.

Zij werden gedurende het traject begeleid door een verliescounselor.

Bespreking binnen eigen behandelteam en second opinion
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na een multidisciplinair teamoverleg. Ook is er een second opinion gevraagd in een medisch centrum buiten de eigen regio. Er bestond consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek van een late zwangerschapsafbreking.

Uitvoering
Voorafgaand aan de inleiding, bij een zwangerschapsduur van 32+3 weken, heeft er, na het geven van foetale pijnstilling, foeticide plaatsgevonden door het intracardiaal toedienen van KCL. Daarna werd de bevalling ingeleid door toediening van misoprostol. Het kind kwam een dag later, bij een zwangerschapsduur van 32+4 weken, levenloos ter wereld.

Overwegingen van de commissie

Categorie 2
De commissie overweegt dat de gestelde diagnose en prognose van zodanige aard is dat een medische behandeling na de geboorte zinloos wordt geacht. Er bestaat geen redelijke twijfel over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose. Uit de stukken is gebleken dat de diagnose congenitale cytomegalovirusinfectie in het 1ste trimester van de zwangerschap met zekerheid is gesteld. Deze diagnose verklaart volledig de middels beeldvormend onderzoek (echo, MRI) vastgestelde aangeboren afwijkingen in de diverse organen.

Actueel of te voorzien uitzichtloos lijden bij de ongeborene
Op grond van de hierboven onder prognose genoemde problematiek is de commissie van oordeel dat de arts tot de overtuiging kon komen dat bij de ongeborene sprake was van te voorzien uitzichtloos lijden.

Er waren geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.

Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht en uitgebreid zijn voorgelicht, ook over het alternatief van het uitdragen van de zwangerschap. Dit blijkt uit de verslaglegging van de arts. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen redelijke andere oplossing was voor de situatie. De vrouw en haar partner wilden het kind lijden besparen.

Uitdrukkelijk verzoek moeder om beëindiging van de zwangerschap
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. Uit de verslaglegging blijkt dat het verzoek van de vrouw en haar partner vrijwillig en consistent was en het besluit tot afbreking van de zwangerschap weloverwogen is genomen.

Raadpleging ten minste één onafhankelijke arts
De commissie overweegt dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap eenmaal is besproken in een multidisciplinair overlegteam in het eigen medisch centrum en eenmaal buiten de eigen regio in het kader van een second opinion. Dit is schriftelijk vastgelegd. De deelnemers van de multidisciplinaire overlegteams stemden onafhankelijk van elkaar en unaniem in met het oordeel dat er geen twijfel bestond over de diagnose en de daarbij te verwachten zeer sombere prognose. Er was consensus over het honoreren van het verzoek tot late zwangerschapsafbreking.
 

Medisch zorgvuldige uitvoering
De commissie constateert dat de uitvoering ervan zorgvuldig is geweest.

Oordeel

De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.