LZA2-2023-004
Feiten en omstandigheden
Diagnose en prognose
Onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van uitgesproken microcefalie, ventriculomegalie bij subdurale effusies en bilaterale polymicrogyrie ten gevolge van een intrauteriene CMV infectie in het eerste trimester van de zwangerschap.
De prognose was zeer somber. De toekomstverwachting van het kind bestond uit ernstige cognitieve, motorische en zintuiglijke beperkingen met grote kans op epilepsie.
Er waren geen behandelmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
Lijden bij kind en vrouw
Het lijden dat bij het kind was voorzien bestond uit de hierboven benoemde beperkingen welke tot gevolg zouden hebben dat het kind niet tot een zelfstandig leven zou kunnen komen en het hele leven afhankelijk zou zijn van ondersteuning en zorg en van het medische circuit. Het ontbrak aan perspectief op enige ontwikkeling.
Er was sprake van psychisch lijden bij de vrouw en haar partner dat bestond uit het geschetste beeld over de prognose van hun kind en daarnaast de impact die het zou hebben op het gezin.
Zij werden begeleid door medisch maatschappelijk werk.
Bespreking binnen eigen behandelteam en second opinion
De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na multidisciplinair teamoverleg.
Ook is er een second opinion gevraagd in een medisch centrum buiten de eigen regio.
Er bestond algehele consensus over de diagnose en prognose.
Uitvoering
De uitvoerend arts heeft bij een zwangerschapsduur van 32+2 weken foeticide verricht middels het toedienen van sufentanil en lidocaïne. Aansluitend aan de foeticide heeft de vrouw mifepriston gekregen. Twee dagen later heeft de vrouw misoprostol gekregen. Het kind kwam bij een zwangerschapsduur van 32+4 weken levenloos ter wereld.
Overwegingen van de commissie
Categorie 2
De commissie overweegt dat de gestelde diagnose en prognose van zodanige aard is dat een medische behandeling na de geboorte zinloos wordt geacht. Er bestaat geen redelijke twijfel over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose.
Actueel of te voorzien uitzichtloos lijden bij ongeborene
Op basis van de door de arts gegeven informatie oordeelt de commissie dat er sprake was van te voorzien uitzichtloos lijden bij het kind bestaande uit ernstige beperkingen op het gebied van cognitief, motorisch en zintuiglijk functioneren met tevens grote kans op epilepsie. Het kind zou gedurende het hele leven intensieve verzorging nodig hebben, aangezien het volledig ADL afhankelijk zou zijn, en afhankelijk zijn van medische zorg.
Er waren geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.
Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert op basis van de verslaglegging dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht en uitgebreid zijn voorgelicht, ook over het alternatief van het uitdragen van de zwangerschap. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was.
Uitdrukkelijk verzoek moeder om beëindiging van de zwangerschap
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner mondeling hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. Uit de verslaglegging blijkt dat het verzoek van de vrouw en haar partner vrijwillig en consistent was en het besluit tot afbreking van de zwangerschap weloverwogen is genomen.
Raadpleging ten minste één onafhankelijke arts
De commissie overweegt dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap is besproken in een multidisciplinair overlegteam in het eigen medisch centrum en buiten de eigen regio in het kader van een second opinion. Dit is schriftelijk vastgelegd. De deelnemers van de multidisciplinaire overlegteams stemden onafhankelijk van elkaar en unaniem in met het oordeel dat er geen twijfel bestond over het klinisch beeld en de daarbij te verwachten zeer sombere prognose.
Medisch zorgvuldige uitvoering
De commissie overweegt dat de uitvoering ervan zorgvuldig is geweest.
Oordeel
De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.