LZA2-2024-001

Feiten en omstandigheden

Diagnose en prognose
Beeldvormend onderzoek toonde polyhydramnion en lissencephalie. Daaropvolgend genetisch onderzoek wees uit dat er bij het kind sprake was van het Miller Dieker syndroom.

De prognose was somber en de verwachte postnatale levensduur zeer beperkt. Naar verwachting zouden er bij het kind ernstige ontwikkelingsproblemen optreden, gepaard met problemen op het gebied van horen en zien, resulterend in weinig tot geen communicatie mogelijkheden. Ook was een ernstige motorische ontwikkelingsachterstand te verwachten. De verwachting was dat het kind therapieresistente epilepsie zou ontwikkelen. Het kind zou niet zelfredzaam kunnen zijn en volledig afhankelijk van (medische) zorg.

Er waren geen behandelmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.

Lijden bij kind en vrouw
Het lijden dat bij het kind was voorzien bestond uit blijvende ernstige beperkingen zonder perspectief op zinvolle communicatie en zelfstandigheid op het gebied van ADL. Het te verwachten lijden van het kind bestond uit de volledige levenslange afhankelijkheid van zorg en ziekenhuisbezoeken.

De vrouw en haar partner leden onder het geschetste beeld over de prognose van hun kind.  

De vrouw en haar partner zijn gedurende het gehele traject begeleid door medisch maatschappelijk werk.

Bespreking binnen eigen behandelteam en second opinion

De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na tweemaal een multidisciplinair teamoverleg in het eigen centrum. Ook is er een second opinion gevraagd in een medisch centrum buiten de eigen regio.

In beide centra bestond onder de aanwezigen van de MDO’s consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek tot late zwangerschapsafbreking.

Uitvoering
Bij een zwangerschapsduur van 30+0 weken heeft de arts foeticide verricht. Vanwege de beweeglijkheid van het kind werd tweemaal getracht atracurium in het bovenbeen van het kind toe te dienen. Toen dit slaagde werd door de arts vervolgens gefaseerd en in totaal 12 ml KCL via de navelstreng toegediend. Na toediening van de derde dosering KCL was sprake van een asystolie. Vervolgens is de bevalling opgewekt met Mifegyne en Misoprosol. De volgende dag, bij een zwangerschapsduur van 30+1 weken kwam het kind levenloos ter wereld.

Overwegingen van de commissie

Categorie 2
De commissie overweegt dat de gestelde diagnose en prognose van zodanige aard is dat een medische behandeling na de geboorte zinloos wordt geacht. Er bestaat geen redelijke twijfel over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose. Uit de stukken is gebleken dat de diagnose Miller Dieker syndroom met zekerheid is gesteld. Deze diagnose werd op basis van serologisch, beeldvormend en genetisch onderzoek (echo, foetale MRI, WES, rapid exome, SNV en CNV analyse) gesteld.

Actueel of te voorzien uitzichtloos lijden bij ongeborene
Op grond van de hierboven onder prognose genoemde problematiek is de commissie van oordeel dat de arts tot de overtuiging kon komen dat bij de ongeborene sprake was van te voorzien uitzichtloos lijden.

Er waren geen behandelingsmogelijkheden om de prognose te kunnen verbeteren.

Volledige informatieverstrekking m.b.t. diagnose/prognose en geen redelijke andere oplossing
De commissie constateert dat de vrouw en haar partner volledig op de hoogte zijn gebracht en uitgebreid zijn voorgelicht, ook over het alternatief van het uitdragen van de zwangerschap. Dit blijkt uit de verslaglegging van de arts. De arts is met de vrouw en haar partner tot de conclusie gekomen dat er geen andere redelijke oplossing was.

Uitdrukkelijk verzoek moeder om beëindiging van de zwangerschap
De commissie maakt uit de verslaglegging op dat de vrouw en haar partner hebben verzocht om beëindiging van de zwangerschap. Uit de verslaglegging blijkt dat het verzoek van de vrouw en haar partner vrijwillig en consistent was en het besluit tot afbreking van de zwangerschap weloverwogen is genomen.

Raadpleging ten minste één onafhankelijke arts
De commissie overweegt dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap tweemaal is besproken in een multidisciplinair overlegteam in het eigen medisch centrum en eenmaal buiten de eigen regio in het kader van een second opinion. Dit is schriftelijk vastgelegd. Er bestond consensus over de diagnose en prognose en het honoreren van het verzoek tot late zwangerschapsafbreking.      

Medisch zorgvuldige uitvoering
De commissie overweegt dat de uitvoering van de late zwangerschapsafbreking medisch zorgvuldig is geweest.

Oordeel

De commissie is van oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.